Welke benzine in je 2CV?
Dagelijks gebruik van de 2CV

Welke benzine in je 2CV?

Alles over octaangetal, lood en bio-ethanol

Welke brandstof moet ik tanken voor mijn 2CV? Hoe zit dat met E10? Moet ik nou loodvervanger toevoegen aan mijn tank? Mag mijn 2CV op Euro 95? Het zijn verschillende onderwerpen die soms wel en soms niet met elkaar te maken hebben.

Over welke benzine er in een 2CV hoort is al veel discussie geweest. Er zijn wel enige conclusies uit die discussies gekomen. Hieronder een uiteenzetting. Noot: er is geen wetenschappelijk onderzoek geweest. Het zijn conclusies van verschillende bronnen van verschillende personen en groepen (ook Citroën zelf) in de loop der jaren die elkaar bevestigen.

N.B. Voor LNA-/Visa tweecilinder motoren (652cc) geldt ongeveer hetzelfde verhaal. Onderaan dit artikel staat een samenvatting.

Gelood, ongelood of loodvervanger?

Alle tweecilinder modellen (2cv6, Dyane, Méhari, AK, AZU, Ami8 en Acadiane) zijn sinds 1970 geleverd met A79/1- (435cc) en M28-, M28/1- (602cc) motoren. Het goede nieuws is dat deze op ongelode benzine kunnen rijden. Dit is door diverse bronnen bevestigd, waaronder Citroën zelf.

Waarom dan ongelood? Vroeger werden motoren van staal gemaakt, met stalen kleppen en klepzetels. Om deze niet te snel te laten slijten werd lood gebruikt in de benzine om ze van een koelend en smerend laagje te voorzien.

Bovengenoemde 2CV-motoren zijn echter uitgevoerd met aluminium cilinderkoppen. Daarom heeft Citroën gelijk de kleppen en klepzetels van gehard staal gemaakt. Bij gebruik van gehard staal is lood niet meer nodig. Citroën heeft dit zelf ook getest in 1983 en 1987.

Ongelode benzine is dus prima te gebruiken in onze 2CV-motoren vanaf 1970. Gelode benzine mag overigens ook niet meer verkocht worden. Her en der is nog wel benzine met loodvervanger verkrijgbaar. Dit is dus ook niet nodig voor onze motoren (maar kan ook geen kwaad, tenzij er weer bio-ethanol in zit, maar daarover later meer). Ook zelf een flesje additief (loodvervanger) in je tank gooien is niet nodig. Sterker nog, veel van deze additieven zijn op basis van bio-ethanol (en daarover straks meer dus).

De volgende vraag is nu: welke ongelode benzine moet er in mijn tank?

Welke benzine moet er in mijn tank? Normaal, Euro 95, Super, V-Power?

Ongelode benzine dus. Maar welke? In de instructieboekjes van onze 2CV’s (vanaf 1970 dus) staat je minimaal RON97 moet tanken. ‘RON’ staat voor ’Research Octane Number’; een internationale standaard om de klopvastheid van een benzine te bepalen. RON wordt ook wel eens octaangetal genoemd. Euro95 heeft een octaangetal van RON95, Super 98 heeft een octaangetal van RON98, et cetera.

Pingelen

Om te begrijpen waarom het juiste octaangetal belangrijk is, eerst weer een stukje theorie. Het octaangetal geeft aan wanneer er zelfontbranding optreedt. Dit noemen we ook wel ‘pingelen’ (klinkt als kloppen of ratelende knikkers). In benzinemotoren wil je geen zelfontbranding, maar een gecontroleerde ontbranding op een vastgesteld tijdstip. Zelfontbranding kan ontstaan wanneer je het brandstof-/luchtmengsel sterk comprimeert en de ontsteking te laat plaatsvindt. Bij een bepaalde druk kan het mengsel dan spontaan (te vroeg) ontbranden. De klap van de explosie komt dan tegen de zuiger aan die nog aan het comprimeren is. Je begrijpt dat dit op termijn schade kan veroorzaken. Hoe hoger het octaangetal van de benzine, hoe later de zelfontbranding zal optreden.

Moderne auto’s hebben allemaal ‘klop’sensoren, zodat dit pingelen niet optreedt: het motormanagement past de ontsteking aan op de brandstof. Moderne motoren kunnen vaak op uiteenlopende benzines rijden, van bijvoorbeeld RON91, RON95 tot RON102 (N.B. check je instructieboekje!).

Bij oudere motoren is dat niet het geval. De zelfontbranding is namelijk gerelateerd aan de compressie. Hoe hoger de compressie (druk) van de motor hoe eerder zelfontbranding kan ontstaan. Een oudere motor is daarom gekoppeld aan een specifiek RON-getal.

Onze 2CV-motoren hebben een relatief hoge compressie van 1:8,5. De M28-motor (toegepast in met name Dyane6 en Ami6) zelfs 1:9,0. Dit vraagt dus om benzine met een hoog octaangetal. Bij gebruik van benzine met een lager octaangetal, zoals Euro 95, treedt pingelen sneller op, wat op den duur kan lijden tot inwendige schade aan de motor. Dit pingelen is overigens niet altijd goed hoorbaar.

Superbenzine (98) voor je 2CV

Het advies van Citroën is daarom om benzine met minimaal RON97 te gebruiken voor 2CV’s en andere A-typen. RON97 is alleen nergens te koop, dus dan zit je op benzine met ‘98’, ook wel ‘Super’-benzine genoemd.

Het is dus wijs om met een superbenzine met RON98 te rijden. Het is ietsje duurder, maar je bespaart op slijtage. En je rijdt er ook iets zuiniger op.

Een keertje rijden op Euro 95 zal je motor niet gelijk verwoesten. Bovendien worden onze motoren wat ouder en zal de compressie misschien wat zijn afgenomen (door versleten zuigerveren bijvoorbeeld), waardoor rijden op Euro 95 niet bij iedere 2CV erg is. Aan de andere kant: een ontsteking die niet meer helemaal op tijd staat, kleppen die nodig gesteld moeten worden en bougies die versleten zijn, helpen niet bij een ideaal ontstekingsmoment. Pingelen ligt dan op de loer!

Ook hier bestaan weer flesjes met additieven voor; je zou een octaanverhogend middel kunnen toevoegen aan je tank. Je zou in theorie dan Euro 95 kunnen tanken wat door het additief opgehoogd wordt naar 98. Nadeel ook hier weer is dat deze weer vaak op ethanol-basis zijn (zie hieronder).

2CV-motoren die wél op Euro 95 kunnen

Er is een lichting motoren van eind jaren ’80 waarbij Citroën de compressie verlaagd heeft, namelijk 1:7,9. Dat heeft Citroën gedaan door iets anders gevormde zuigers te monteren; de cilinderkoppen en kleppen zijn hetzelfde als bij de andere motoren.

Deze motoren zijn wél geschikt voor rijden op Euro95. Sterker nog: deze motor is zelfs geschikt voor ‘normaal’ benzine van RON91 (niet meer verkrijgbaar)! Ze zijn ook wat minder krachtig (28PK in plaats van 29PK bij de M28/1). De code van deze motoren is: A06/642, A06/644 of A06/664. Het motortypeplaatje met deze code vind je bovenop je motor, vlak bij het vliegwiel. Op het kenteken van deze 2CV’s staat een ‘S6’ genoteerd. Maar wat er op je kenteken staat hoeft niet meer zo te zijn; misschien zit er inmiddels wel een ander blok in…

Bio-ethanol en klassieke voertuigen: het sluipende gevaar

Dan nu het slechte nieuws: al enkele jaren wordt aan moderne benzine bio-ethanol toegevoegd. Per 1 oktober 2019 is Euro 95 ‘E10′ geworden, met maar liefst 7,5-10% bio-ethanol. De bedoeling is dat het percentage bio-ethanol de komende jaren nog verder omhoog gaat.

Nu zou je kunnen denken dat je door Super 98 te tanken veilig zit (omdat ’98’ de aangewezen benzine is voor de meeste 2CV’s). Helaas zit daar een ‘E5’-sticker op bij de pomp, wat betekent dat er 0-5% bio-ethanol in zit.

Waarom is bio-ethanol slecht voor je oldtimer?

Moderne auto’s kunnen prima overweg met bio-ethanol, maar bio-ethanol is corrosief voor metalen, pakkingen en rubbers in oudere auto’s. Denk aan brandstofpompen, carburateurs en benzineleidingen. Zodra bio-ethanol zich mengt met water vormt het gum in het brandstofsysteem. Deze gumlaag verstopt filters, carburateurs, injectoren en kleppen. Ook veroorzaakt het koolstofafzettingen in de inlaat, op de kleppen en in de verbrandingskamer. Verder zorgt het dat leidingen verharden, uitdrogen of poreus worden op termijn.

Ethanolhoudende benzine en winterstalling

Benzine met bio-ethanol is ook zeer beperkt houdbaar. Als je je 2CV een tijdje wegzet (tijdens de schorsing in de winter bijvoorbeeld), schift het ethanol in je benzine. Dit verlaagt het octaangetal van de benzine, waardoor je een slechte kwaliteit benzine bovenin de tank krijgt en een water-ethanol-mengsel op de bodem van de tank. Als dit wordt meegezogen in de verbrandingskamer, ontstaat een slechte start en zeer ruw lopen van de motor. Dit kan ook schade veroorzaken aan de motor.

Ethanolvrije premium-benzines (update augustus 2020)

Waar we naar moeten kijken zijn de zogenaamde premium 98-superbenzines. Hier zijn er een aantal van met 0% bio-ethanol.

Op dit moment (1 mei 2020) zijn dat in ieder geval: BP Ultimate 98, Esso/Mobil Energy Supreme+ 98, Firezone Premium 98, Shell V-Power (sinds 2018 verhoogd naar RON98), TanQyou Euro102 en Texaco Euro XL 98. En ook deze: Tamoil SuperPlus 98, Berkman Superplus 98, Fieten Super Plus 98, Firezone Premium 98, Tango Superplus 98

Deze zijn gecontroleerd via de websites van de leveranciers. Let op: op de pomp zal de genoemde misleidende sticker ‘E5’ geplakt staan, maar die is dus voor deze benzines met 0 (nul) tot 5% benzine. Zolang het duurt!

Daarnaast zijn er premium 98-brandstoffen die wisselend (per levering) tussen 0-5% ethanol zitten: Total Excellium 98, TinQ Superplus 98, Argos Super Plus 98, Brandoil Superplus 98, OK Superplus 98 en Lukoil Superplus 98.

Andere 98-premiumbrandstoffen die hier niet genoemd zijn bevatten 5% bio-ethanol.

Kortom: drie redenen om toch voor een wat duurdere benzine zonder bio-ethanol en mét een hoger octaangetal te gaan als je 2CV je lief is. Je bespaart geld, je bespaart je motor, je bespaart de brandstofleidingen en -onderdelen en je voorkomt ellende na de winterstop.

Additieven

Zoals eerder genoemd bestaan er vele additieven die je aan je tank kunt toevoegen om: als loodvervanger te dienen (niet nodig bij een 2CV), het octaangetal te verhogen (wel nodig bij een 2CV), of het gehalte bio-ethanol te reduceren en de benzine langer dan 60 dagen houdbaar te maken. Die laatste soort additieven zijn dus erg interessant voor oldtimers en klassiekers, helemaal wanneer ze langdurig stilstaan zoals bij een winterstalling.

Bekende namen van ethanol-killers zijn: Forté MotoPower I en II, Wynns, Tunap, Wepp, Putoline, Startron, Liquid Moly, Miller Oils en Eurol. Sommige additieven zijn tevens loodvervangend, zoals Millers VSPE Power Plus, maar dat is voor onze 2CV-motoren dus niet van belang. Er zijn ook aparte ethanol-killers zonder loodvervanger (Millers EPS is een voorbeeld). Bekijk goed wat het additief wel en niet doet.

Een flesje additief kost al gauw €14 en is goed voor maar 50 liter. Waarschijnlijk ben je met het tanken van een van de premium benzines goedkoper uit.

LNA-/Visa-motoren

Rijd je met een 652cc-tweecilindermotor (V06/630, V06/644, V06/664 en V06/665) van de Citroën LNA of Visa? Dan geldt hetzelfde verhaal: deze mogen op ongelood. Sterker nog, ze moeten op ongelood vanwege de nikasil-cilinderwanden.

De V06/630 en V06/644 moeten op een hoger octaangetal: RON98 (Super). De latere V06/664 en V06/665 mogen op RON95 (Euro95). En het liefst zonder bio-ethanol hier ook weer, dus dan zit je vast aan de genoemde premium brandstoffen. Let er bij deze motoren op dat de ontstekingsmodule niet tussen deze motoren uitwisselbaar is. De ontstekingsmodule hoort altijd samen met het motorblok.

De viercilinder 1.1, 1.4 en 1.6-motoren van de LNA en Visa moeten overigens op GELOOD (gebruik loodvervanger) RON98, zonder bio-ethanol.

Andere artikelen